Paarden

Een dikke wintervacht is lastig als een paard volop in training is. De wintervacht houdt het paard warm, maar zorgt er ook voor dat het paard sneller gaat zweten en dat de vacht slechter opdroogt. Het paard blijft dan lang nat waardoor het risico op verkoudheid en/of spierbevangenheid groter wordt. Veel mensen vinden een paard dat geschoren is mooier. Het paard krijgt een scherpere belijning en een korte vacht hoort bij een goede sportconditie.
Het paard zal minder heftig zweten tijdens de training en is sneller weer droog. Hierdoor is het minder gevoelig voor de risico's ten gevolge van wind, kou en vorst.
Er blijven minder resten van stof, zweet, mest of zand in het haarkleed achter. Huidziekten krijgen daardoor minder kans zich te ontwikkelen.

er zijn paardjes die er van kunnen genieten

Als u ervoor kiest een paard te scheren, is het noodzakelijk dat u ter vervanging van de isolerende werking van de vacht één of meerdere dekens oplegt. Een geschoren paard moet geholpen worden zich te beschermen tegen alle weersinvloeden.
Niet alleen de isolerende werking vervangt u door deken(s); ook de functie van de 'regenharen' moet overgenomen worden door een deken. Regenharen laten immers de regen van het paardenlijf glijden zodat de huid van het paard niet nat wordt. Wanneer het paard geschoren is, is deze werking bijna niet meer aanwezig.

Wanneer u uw paard echter in de koudere periodes veel of zelfs dag en nacht buiten hebt lopen, is het zeer aan te bevelen hem niet te scheren. In dit geval heeft de dikke wintervacht namelijk een sterk isolerende werking. Daardoor beschermt de wintervacht uw paard optimaal tegen de kou.

Gemiddeld gezien wordt een paard twee maal per winter geschoren. De eerste keer is meestal in november en dan in januari nog een keer. Niet alle haren zitten precies in dezelfde groeifase. Dat betekent dat sommige haren nog iets door kunnen groeien nadat het paard geschoren is. Over het lichaam van een paard zijn dan, tussen de korte, geschoren haren, enkele langere haren te vinden. Dit geeft geen mooi beeld. Daarom wordt een paard vaak nog een tweede keer geschoren.

Wanneer een paard geschoren wordt kan onder de wintervacht een andere tint te voorschijn komen. Deze tint is maar tijdelijk, want zodra het haar weer aangegroeid is komt de oorspronkelijke kleur terug. Bij sommige rassen is dit dus verraderlijk, bijvoorbeeld bij de Fries. Na een scheerbeurt dan het in sommige gevallen zo zijn dat de gitzwarte kleur ingeruild is voor een vaal-zwarte (grijsachtige, doffe) kleur. Scheer zo'n paard dus nooit vlak voor een wedstrijd of ander belangrijk evenement, maar ongeveer een maand van tevoren.

Scheerpatronen:

Geheel
De meeste sportpaarden worden helemaal geschoren. Er blijft een klein gedeelte ongeschoren op de rug onder het zadel om drukplekken van het zadel te voorkomen.

Jachtmodel
Jachtpaarden werken hard, en lang achtereen. Ze worden geschoren, maar hun benen zijn gevoelig voor doornen van bomen en stoten van het lopen en springen in de natuur. Deze worden dus niet geschoren. Bij het jachtm vrolijke sterretjes odel blijft ook een gedeelte onder het zadel ongeschoren om drukplekken te vermijden.

Dekenmodel
Bij het dekenmodel blijft een 'deken' van wintervacht zitten op de rug, lendenen en romp

Streepmodel
Paarden met dit model kunnen hard werken zonder dat ze veel zweten op de plekken waar dit veel gebeurt zoals hals, buik en flanken. Doordat het overgrote deel van het lichaam in de wintervacht blijft, kan dit paard gewoon veelvuldig buiten lopen.
Het intact laten van de haren op de rug onder het zadel heeft een belangrijke reden. Het 'dekje' werkt namelijk als een natuurlijk sjabrak.
Dit deel ondervindt veel druk van het zadel. Doordat het paard geschoren is, heeft het een dunnere laag haren op de huid en krijgt het eerder schuurplekken. Die schuurplekken kunnen drukplekken worden.


Bron: Scheren zonder schade van Jarno Hendrikx